Gebruikerstest in de ban?

Bij EMVI-aanbestedingen van opdrachten voor leveringen is een praktijktest met gebruikers een vrij gebruikelijk gunningscriterium. Op die manier kan het oordeel van personen die de producten uiteindelijk moeten gebruiken, worden meegewogen bij de keuze voor een aanbieding. De Voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant plaatst in een recent vonnis kanttekeningen bij de rechtmatigheid van een dergelijke praktijktest.

De zaak betrof een Europese aanbesteding van de levering van afvalinzamelvoertuigen met als gunningscriterium ‘de economisch meest voordelige inschrijving’ (EMVI). Kwaliteit woog voor 40% mee. Als onderdeel van de beoordeling van de aanbiedingen op kwaliteit werd een praktijktest gehouden. Daarbij werden de aangeboden voertuigen getest door de eigen chauffeurs en andere medewerkers van de aanbesteder (een gemeente). De voorzieningenrechter vindt het op zich logisch dat deze personen een stem kregen in de keuze van het aan te schaffen voertuig, omdat zij degenen zijn die met de voertuigen gaan werken. Betrokkenheid bij de keuze voor het voertuig kan bovendien de motivatie bevorderen. De voorzieningenrechter vindt de praktijktest uit aanbestedingsrechtelijk perspectief echter “minder gelukkig”. Door te kiezen voor eigen chauffeurs en medewerkers in plaats van onafhankelijke, deskundige derden, zou namelijk twijfel kunnen rijzen over de objectiviteit van de beoordeling.

Hoewel de Voorzieningenrechter de praktijktest met gebruikers een onrechtmatig criterium vindt, hoeft de aanbestedingsprocedure niet opnieuw. Er waren namelijk over de manier waarop de praktijktest zou worden uitgevoerd geen vragen gesteld tijdens de aanbesteding.

Bron: Plas Bossinade